Oprichting ADHDcentraal

‘Alles bij ons is transparant, de patiënt is overal bij’

Hoe kon ADHDcentraal uitgroeien tot een landelijk expertisebureau voor ADHD bij volwassenen? Een terugblik met de drie directeuren van ADHDcentraal die ook ingaan op de vragen waarom ADHDcentraal is opgericht en wat er gebeurt als je een dag bij ADHDcentraal bent.

ADHDcentraal is ontstaan uit de wens om het anders te doen in de GGZ, én om het zelf beter te doen. Dat betekent dat iedereen die bij ADHDcentraal werkt, geïnteresseerd is in de patiënt. De patiënt staat centraal, de organisatie is niet leidend.
‘We willen patiënten het gevoel geven dat ze welkom zijn, we willen ze niet wegstoppen’, zegt psychiater en mede-oprichter van ADHDcentraal Karl Wettstein. ‘Daarom zitten wij op mooie, ruime en goede bereikbare locaties, dicht bij het station. We willen voor iedereen goed bereikbaar zijn. Patiënten zijn de hele dag bij ons. Daarom krijgen ze een lunch met lekkere broodjes. De espresso komt uit een Jura-apparaat. Dat vinden we belangrijker dan veel managers in dienst hebben.’
Physician assistant en medisch directeur Hans Kroesen, ook oprichter van ADHDcentraal, voegt daaraan toe: ‘Bij ons word je goed verzorgd. Wij hebben geen wachtkamers, maar huiskamers. Je wordt niet aan je lot overgelaten. We trekken de hele dag met de patiënt op. Het gaat bij ons niet óver de patiënt, we doen het samen, mét de patiënt. Alles is transparant. De patiënt is overal bij, heeft inzage in zijn eigen dossier. De brief die wij na een dag bij ons naar de huisarts sturen, is dezelfde die naar de patiënt gaat. Die brief gaat er meteen uit, zodat de huisarts direct op de hoogte is.”

 

Karl Wettstein, Jan-Eidse van Melle en Hans Kroesen juichen het alleen maar toe als ook andere instellingen patiënten helpen met de ADHDcentraal-methode.

Nieuwe aanpak
ADHDcentraal, het expertisebureau voor ADHD bij volwassenen, is in 2013 opgericht. Psychiater Karl Wettstein en physician assistant psychiatrie Hans Kroesen hebben hun ideeën hoe het beter kan, gekregen op de poli van het Meander Ziekenhuis in Amersfoort. Kroesen was de leerling van Wettstein, toen hij als verpleegkundige de studie physician assistant psychiatrie deed. Beiden hadden toen al tien jaar ervaring met het diagnosticeren en behandelen van volwassenen met ADHD.
Jan-Eidse van Melle werkte bij Philips aan de ontwikkeling van innovatieve zorgproducten, toen hij tot de directie van ADHDcentraal toetrad. Van Melle: ‘Ik kende Karl en Hans via mijn netwerk. ADHDcentraal sprak mij aan, omdat ze een nieuwe en innovatieve aanpak hadden van de diagnostiek voor volwassenen met ADHD. En wat mij direct opviel, was dat de eerste patiënten in Nieuwegein heel tevreden waren. Het was een mooie uitdaging om ADHDcentraal te laten groeien en er een professionele organisatie van te maken.’

Het was Van Melle bij Philips opgevallen dat patiënten in de GGZ niet bewust kiezen bij welke instelling ze de behandeling krijgen. Ze luisteren naar wat de verwijzer adviseert, meestal een instelling in de buurt. Een zorginhoudelijke keuze wordt dan niet gemaakt. Maar er zijn grote verschillen in het aanbod. Van Melle: ‘Veel patiënten die bij ons komen, voelen zich aangesproken door de mogelijkheid de diagnostiek in één dag te doorlopen. Verder is vaak onze ervaring met het zorgvuldig instellen op medicatie van belang bij de keuze. Daarom hebben we zoveel informatie op onze website staan. Je kunt alles lezen, de diepte in gaan. Onze patiënten willen het goed snappen, zeker over medicatie willen ze alles weten, hoe je wordt ingesteld op medicatie, wat de symptomen zijn, de bijwerkingen. Hoe word je begeleid? ADHDcentraal neemt de patiënt serieus en laat dat ook merken.’

Onbekend maakt onbemind
Van Melle heeft ervoor gezorgd dat ADHDcentraal bekender werd bij verwijzers, zoals huisartsen, POH, GGZ en collega-instellingen. ‘Ook gaven we geaccrediteerde scholingen aan huisartsen. We moesten de nodige scepsis en koudwatervrees overwinnen over onze innovatieve methode. Want hoe kon het dat wij na twee weken al aan patiënten berichtten dat er plek voor ze was, terwijl dat bij anderen meer dan een half jaar duurde? Bij de verwijzers was het vooral: onbekend maakt onbemind. Patiënten legden we uit hoe wij er in slagen om in één dag de diagnose te kunnen bepalen en de patiënt in te stellen op medicatie. Door alle gesprekken, de mond-tot-mond-reclame van tevreden patiënten ontstond een sneeuwbaleffect. Toen raakten we in een groeispurt.’

Acht jaar na de oprichting heeft ADHDcentraal vestigingen in Amsterdam, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Maastricht, Nieuwegein, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht en Zwolle. Een landelijke dekking dus. We willen groeien en klein blijven, dat is de strategie van ADHDcentraal volgens Kroesen. ‘Dat is gelukt. Want iedereen die bij ons werkt, kent zijn patiënt, alle medewerkers krijgen waardering en ruimte om te groeien, iedereen moet zich aan het protocol houden, de administratieve lastendruk voor onze zorgprofessionals is minimaal en de psychiaters voelen zich verbonden met ADHDcentraal. Voor ons geldt nu, op het moment dat de landelijke dekking is bereikt, dat we het gevoel moeten vasthouden dat we iets nieuws doen.’

Verse informatie
De visie van ADHDcentraal is: op basis van de eigen specialisatie de goede zorg leveren waar iedereen recht op heeft. Alle locaties werken op dezelfde manier: kleinschalig, zoals het in de pilotfase in Nieuwegein is bedacht. De patiënt moet zich welkom voelen. Voor iedereen die bij een locatie van ADHDcentraal binnenkomt, staat een multidisciplinair team klaar.
Kroesen: ‘We hebben de beste mensen aan de voordeur. De verpleegkundig specialist die de intake doet, is een ervaren behandelaar. Dat gebeurt dus niet door iemand die van niets weet en over alles moet overleggen. Want dan gaat er heel veel informatie verloren. Mensen met ADHD hebben vaak moeite met plannen en om afspraken te onthouden. Als je een traject aanbiedt waarbij een patiënt gedurende een aantal maanden negen mensen moet spreken, dan kunnen ze onderweg afhaken. Het mag niet zo zijn dat er weken zitten tussen het lichamelijk onderzoek, de testen, het psychiatrisch onderzoek en uiteindelijk de medicatie.’
De diagnose en het instellen op medicatie vinden daarom op één dag plaats. Wettstein: ‘Dan is de informatie vers, is de foutmarge geminimaliseerd en zit er niet drie tot zes maanden tussen alle onderzoeken, op verschillende plekken, waar de patiënt naartoe moet reizen. De patiënt weet: in één dag is het klaar. Ik heb duidelijkheid of ik ADHD heb of niet.’
Als er geen sprake is van ADHD, geeft de psychiater in het eindgesprek aan wat er dan aan de hand is. Dan gaat de patiënt daarmee terug naar zijn huisarts.

Directeuren Hans Kroesen, Jan-Eidse van Melle en Karl Wettstein voor het pand waar het allemaal begon, aan de Richterslaan in Nieuwegein.

QbTest
Hoe ziet zo’n dag bij ADHDcentraal eruit? Na de intake door de verpleegkundig specialist volgt het gesprek met een psycholoog, het zogenoemde Diagnostisch Interview voor Volwassenen met ADHD (DIVA). ‘Professor Sandra Kooij, de eerste psychiater in Nederland die volwassenen met ADHD diagnosticeerde, bedacht ooit de DIVA. Voor die tijd zag de GGZ ADHD vooral als iets voor kinderen, wat wel weer voorbij zou gaan’, zegt Kroesen.
ADHDcentraal heeft de QbTest onderdeel gemaakt van de diagnostiek bij volwassenen. Deze test is een computergestuurd neuropsychologisch onderzoek. Kroesen kwam deze uit Zweden afkomstige test tegen tijdens een studiereis in Duitsland. ‘De QbTest is een nulmeting, je meet op een objectieve manier de kernproblemen van ADHD. De uitslag van de QbTest wordt meegenomen in de diagnostiek. Daarna, als iemand de diagnose ADHD heeft, meet je verder: het gewenste effect van de medicatie, eventuele bijwerkingen. Je kunt dan het middel of de dosering wisselen. Dat werkt heel erg goed’, aldus Kroesen.

Na de onderzoeken en testen komt de psychiater in beeld. De verpleegkundig specialist presenteert alle gegevens aan de psychiater. Die neemt de uitslagen door met de patiënt. Hij stelt extra vragen aan de patiënt. Hij doet psychiatrisch onderzoek, kijkt ook naar comorbiditeit en brengt die in kaart. Er kan dus iets anders uitkomen dan ADHD. Als de psychiater klaar is, komt de verpleegkundig specialist er weer bij voor het eindgesprek met de patiënt. Wettstein: ‘We hebben wat we in het begin hebben bedacht, steeds meer geperfectioneerd. Dat wij gespecialiseerd zijn in ADHD voor volwassenen, betekent dat wij veel duidelijker kunnen zijn. Wat is er aan de hand? Wat kan je doen? En als er geen sprake is van ADHD, geeft de psychiater aan wat er dan wél aan de hand is.’

Zorg toegankelijker
Corona heeft ertoe geleid dat de zorg toegankelijker is geworden. Beeldbellen is bij ADHDcentraal geaccepteerd, zowel door behandelaars als patiënten. Van Melle: ‘Veel patiënten vinden het prettig om vervolgconsulten en begeleiding via beeldbellen te doen. Dat maakt het makkelijker om de therapie te volgen. Mensen worden meer therapietrouw, zeggen minder snel af. Dat heeft ook medische voordelen, want de kans dat de patiënt de behandeling halverwege afbreekt, is daardoor aanzienlijk kleiner.’
Intussen wordt er wetenschappelijk onderzoek gedaan bij ADHDcentraal onder leiding van Glenn Dumont, docent farmacologie en farmacotherapie bij het AMC. Alle locaties van ADHDcentraal werken op dezelfde wijze, dus daar komen zeer waardevolle data uit. Wettstein: ‘ADHD bij volwassenen zit nog wat in het verdomhoekje, zoals dat vijftig jaar geleden het geval was bij depressie. Door wetenschappelijk onderzoek te stimuleren willen we zorgen voor meer acceptatie.’

Ondertussen merken ze bij ADHDcentraal dat andere instellingen hun werkwijze al overnemen. Van Melle: ‘We zien het als erkenning van ADHD bij volwassenen: we staan er niet meer alleen in. Als ook andere instellingen patiënten helpen met onze methode hun leven op de rit te krijgen, kunnen wij dat alleen maar toejuichen.’